In het vorige artikel hebben we alles uitgelegd over het verschil tussen het kopen en schrijven van call opties. In dit artikel zullen we het verschil tussen het kopen en schrijven van put opties behandelen.
Geen zin om te lezen? Luister naar de podcast van deze column via deze link
De koper van een putoptie heeft het recht (maar niet de verplichting) om een vastgestelde hoeveelheid van de onderliggende waarde te verkopen, tegen een vooraf vastgestelde prijs en binnen een bepaalde periode.
Long put
U kunt een putoptie vergelijken met een verzekering van een huis: u mag uw huis voor bijvoorbeeld €350.000 verzekeren binnen een bepaalde periode. Stel dat uw huis in waarde daalt tot €300.000 dan kunt u uw verkooprecht uitoefenen en heeft u een winst van €50.000. In de optiehandel is een optie niet gratis, maar moet de koper van deze verzekering een prijs betalen (de optiepremie). Het bijzondere aan deze verzekering middels opties is dat u niet over de onderliggende waarde hoeft te beschikken, maar de verzekering los kunt kopen. Vergelijk het met dat u andermans huis wilt verzekeren tegen een waardedaling.
Voorbeeld Aperam 10 put
Bovenstaande grafiek laat een putoptie zien, weergegeven op Aperam (tickersymbol AP) met uitoefenprijs €10 waarvoor €1 is betaald. Des te lager het aandeel gaat, des te hoger de premie van de put en dus de winst. De break-even-koers is in dit geval €10-€1 = €9.
Het verlies is beperkt tot de betaalde optiepremie van €1. Dit is maal 100 want de optie heeft betrekking op de onderliggende waarde van 100 aandelen Aperam, dus hier is dat €1x 100. Zelfs als de koers van Aperam stijgt naar €50 dan kunt u nooit meer verliezen dan de betaalde optiepremie van €100. Stel Aperam noteert €5,88. De AP 10 Put is dan tenminste €4,12 waard, want de intrinsieke waarde is €10-€5,88 = €4,12. De winst bedraagt dus (€4,12-€1)= €3,12: een winst van 312%.
Short put
De verkoper (schrijver) van een putoptie heeft een verplichting (maar niet het recht) om een vastgestelde hoeveelheid van een onderliggende waarde af te nemen (te kopen) tegen een vooraf bepaalde prijs, de uitoefenprijs.
Figuur short put:
Normaal moet u eerst iets bezitten om het te kunnen verkopen maar bij opties is dat niet zo. Voor de meeste mensen is dit raar en vergt het een nieuwe manier van denken om te begrijpen hoe dat werkt. Hoe kun je nu iets verkopen wat je niet hebt, oftewel short gaan? Met opties is dit mogelijk, maar daar staat wel iets tegenover: een lever- dan wel afnameplicht, zoals in dit geval. Besef dat dit niet hetzelfde is als een call kopen.
Om dit beter te begrijpen kunt u weer het voorbeeld van de brandverzekering gebruiken, maar nu bent u de andere kant, dus de verzekeraar. U biedt verzekeringen aan en u ontvangt nu een premie van de persoon die de verzekering bij u afneemt, maar daar staat wel een tegenprestatie tegenover! U kunt gewoon een optie schrijven/verkopen en dan ontvangt u daar geld voor.
Schrijvers van putopties kunt u vergelijken met een verzekeraar die speculeert op het niet geschieden van een bepaalde gebeurtenis: een onderliggende waarde die niet daalt onder een bepaalde prijs. De tegenpartij (de koper van de put) betaalt voor deze verzekering een premie aan de verkoper (schrijver). Dat geld krijgt u niet zomaar, dat zou iets te mooi zijn. Er zitten wel bepaalde risico’s aan vast. Als verkoper (schrijver) van een put heeft u wel de plicht de onderliggende waarde af te nemen indien deze zakt onder de uitoefenprijs. Uw bank/broker zal niet zomaar toestaan om deze risico’s aan te gaan, dit kan alleen als u voldoende margin (borg) heeft.
Laten we dit met het voorbeeld van een geschreven put optie op de aandelen Aperam verduidelijken. Stel deze aandelen noteren €10. De put optie die u de plicht geeft om deze aandelen over 6 maanden te moeten kopen tegen 10 euro levert nu €1 per aandeel op. De tegenpartij heeft het recht om aandelen Aperam te verkopen, maar u heeft daarentegen de plicht om deze aandelen af te nemen op €10 als de koper van de put dat wenst.
Om de optie veilig te kunnen schrijven moet u nu al voldoende geld opzij zetten op uw rekening om over 6 maanden eventueel aan uw verplichting te kunnen voldoen. U heeft €10 (minus de ontvangen premie van €1) per aandeel nodig als de koper besluit deze optie uit te oefenen. Met dit geld moet u weinig risico’s nemen, want u moet er altijd rekening mee houden dat u deze aandelen moet afnemen tegen €10.
Voor iedere geschreven optie zijn dat 100 aandelen Aperam. Als de koers zakt tot €7,50 zult u voor iedere geschreven put een verlies lijden van (€2,50-€1) dus €1,50*100 zoals u kunt zien in bovenstaande grafiek. U kunt er natuurlijk ook voor kiezen om de optie voortijdig te sluiten, zodat u de afnameplicht niet meer heeft. Een andere mogelijkheid is om de geschreven put optie door te rollen naar een andere expiratiedatum.
In het volgend artikel zullen we bepaalde soorten opties, van defensief tot offensief, belichten.
Wij wensen u veel succes met het optie-beleggen.
OptieAcademy
Voor een optie-maal resultaat
Jan Robert Schutte 06-50746210 en Harry Klip 06-31903957
Website: OptieAcademy
E-mail: info@optieacademy.nl