Pensioenfondsen zetten derivaten om in aandelen

Bron Rtlz: ‘De Nederlandse pensioenfondsen hebben het afgelopen jaar hun bezit met 15 miljard euro zien stijgen: van 784 naar 799 miljard euro. Opvallend feit is dat ze veel minder riskant zijn gaan beleggen: opties zijn massaal omgezet naar aandelen’.

DNB publiceerde vandaag  de tabellen van het tweede kwartaal. Eind juni hadden onze pensioenfondsen gezamenlijk een netto bezit van 799,3 miljard euro. Eind juni 2010 was dit nog maar 784,2 miljard euro. Een plus van 15 miljard euro in een jaar. Alleen al in het tweede kwartaal werden de fondsen 5 miljard euro rijker.

Derivaten verkocht, aandelen gekocht

‘Opvallend feit is de toename van het aandelenbezit de afgelopen 12 maanden. Het aandelenbezit steeg met bijna 40 miljard euro tot 522,7 miljard euro op 30 juni. De derivaten-posities (opties en rente-afdekking) daalden van 44,5 naar 21,6 miljard euro’.

Wij vinden dat op zich niet zo onlogisch. Een logische verklaring zou kunnen zijn dat er put-opties geschreven waren, die door een daling van de aandelenkoers uitgeoefend zijn door de tegenpartij (de koper van deze optie), die het recht heeft deze uit te oefenen. Dat resulteert daardoor dan in een grotere aandelenpositie. Zeker voor een deep in the money (zwaar in het geld)  putoptie is dit vergelijkbaar met een aandeel, omdat de delta van zo’n put bijna 100 is. Dit betekent dat bij iedere daling van de koers van dat aandeel met €1, de optie ook dan (bijna) 100 procent ‘meeloopt’.

Een voorbeeld ter verduidelijking. Stel we hebben een oct 9,20 put ING geschreven. Deze zal bij een koers €5 van ING  (9,2-5) €4,20 noteren, dus er zit geen premie meer in, alleen de intrinsieke waarde. De delta van deze put is 100 en afhankelijk van de totale posities van de partij, die deze optie in positie heeft, zal deze besluiten deze putoptie voortijdig uit te oefenen (early exercise).

Voor een handelaar maakt het niet uit of hij deze put nog aan moet houden of moet uitoefenen, dat is een rentekwestie. Marktpartijen tellen alle deltaposities bij elkaar op om het totale marktrisico te bepalen. Om de aandelenposities apart te nemen, geeft daarom niet een goed inzicht in het risico, omdat deze per dag kunnen veranderen als opties uitgeoefend worden. Het is daarom op basis van deze tabellen onjuist om er harde conclusies aan te verbinden.

Obligaties

‘De Nederlandse staatsobligaties in handen van de pensioenfondsen zijn veel meer waard geworden. Inclusief aankopen steeg de waarde van 22,7 naar 31,3 miljard euro. Obligaties uit het ‘Overige eurogebied, incl. Duitsland’ steeg met 7 miljard euro naar 104 miljard euro’.

Dat is niet verrassend met een daling van de lange (10 jaars) rente tot onder de 1,80 in Duitsland en 2,20 % in Nederland. Het laagste niveau bijna van de afgelopen 100 jaar. Al met al kunnen we wel concluderen dat de tabellen niet zodanig zijn dat je er harde conclusies uit kunt trekken. Dat financieel journalisten denken dat wel te kunnen, zegt daarom misschien meer iets over hun beleggingskennis.

 

Laat een reactie achter