Beleggers zijn meer geneigd om posities te verkopen die op winst staan, dan (aandelen)posities die op een verlies staan.

Dat blijkt uit een studie daterend van 1998 uitgevoerd door Odean. Odean laat zien dat beleggers aandelen die op winst staan ongeveer 1,6 keer vaker verkopen dan aandelenposities die op verlies staan.
Dispositie-effect
Sindsdien zijn vele studies verricht die dit effect bevestigen. Kortom: beleggers hebben de neiging om in verliezers te blijven zitten. Dit heet ook wel het dispositie-effect. Dit blijkt een grote valkuil voor beleggers te zijn, vooral omdat vele beleggingsinstrumenten de neiging hebben om te trenderen.
Let profits run…
Dit betekent dat het verkopen van winnaars en het aanhouden van verliezers vaak geen goed idee is en beleggers geld zal kosten. Komt u dit bekend voor of laat u winsten lopen en kapt u verliezen af? Of doet u het juist omgekeerd?
Waarom trappen beleggers in deze valkuil en hoe zou u andere valkuilen kunnen vermijden?
1. De geschiedenis herhaalt zich steeds
Uitzonderingen bevestigen de regel. Ga er nooit van uit dat iets nooit kan, alleen maar omdat het nog nooit is gebeurd. De beurscrashes van 1919 en 1987, Enron, Lehman, KPN, SNS Reaal en Imtech. Voor alles is het ooit de eerste keer.
2. Onterechte correlatie zien
Veel beleggers beschikken over een tunnelvisie, waardoor ze zaken met elkaar in verband brengen die niets met elkaar te maken hebben. Veel mensen kunnen het ook niet geloven dat toeval bestaat.
3. Selectieve waarneming
Zodra u iets opvalt, lijkt het vaker voor te komen. Maar schijn bedriegt. Sommige zaken vallen gewoon meer op, omdat u zich ervan bewust bent. Zo zijn veel beleggers sinds de dip van 2008 nog steeds bang voor volatiele markten, terwijl eigenlijk de volatiliteit al drie jaar extreem laag is.
4. Achter de kudde aanlopen
De markt heeft altijd gelijk, wordt gezegd. Daar kun je over twisten. Elke belegger bij de winnaars behoren, maar niet elke koersstijging is terecht. Kuddegedrag is de basis van alle bubbels.
Er geldt niet voor niets een beursgezegde: ‘Bulls make money, Bears make money but pigs get slaugthered’. Dat werd ook in de film Wall Street met Michael Douglas en Charlie Sheen in de jaren ’80 gezegd.
5. Een momentopname maken
Aandelen kunnen soms om onverklaarbare redenen dagen stijgen of dalen. Vooral daghandelaren komen dan in de verleiding om een technisch patroon waar te nemen, terwijl dat er op langere termijn niet is. Het is echter een kwestie van in welke ‘time frame’ je handelt. Handel je b.v. op intraday-basis en je zit in een verliespositie: ga er dan uit en maak er dan vooral geen ‘lange termijn positie’ van door te blijven zitten.
6. Verliesaversie
Veel beleggers willen alles graag bij het oude houden. Ze hebben de neiging ‘bleeders’ eindeloos aan te houden, omdat ze niet graag met verlies willen verkopen. Een papieren verlies is geen echt verlies, maar daar denkt de broker c.q. bank anders over!
7. Vooringenomenheid
Een andere valkuil is om argumenten die indruisen tegen je oorspronkelijke idee af te serveren. Bij veel mensen heerst bijvoorbeeld nog de angst voor hyperinflatie door het ruime monetaire beleid van de Fed, ondanks het feit dat de inflatie al jarenlang laag is.
8. Korte termijn winst
Sommige beleggers met een lange horizon stappen veelvuldig in en uit, op zoek naar korte termijn winst, terwijl dat ten koste gaat van hun rendement op de langere termijn.
9. Niet bedacht zijn op Black Swans
Niet alles laat zich voorspellen door wiskundige modellen. Er kunnen zich altijd verrassingen voordoen, de zogenaamde ‘Black Swans’ oftewel Zwarte Zwaneen, zo leert het gelijknamige boek van Taleb.
Volgens The Motley Fool maakt iedereen zich in meer of mindere mate schuldig aan een van deze valkuilen. Leiden deze valkuilen ook tot voorspelbare patronen in financiële markten, zodat we het in ons voordeel kunnen gebruiken?
Een verklaring voor het dispositie-effect is dat beleggers waarde hechten aan gerealiseerde verliezen en winsten, in plaats van papieren verliezen en winsten.
Langer aanhouden
Stel dat een beleggingsinstrument op een papieren winst staat. Over de gerealiseerde winst is men in het algemeen risico-avers en vaak ook ongeduldig, waardoor er de neiging ontstaat winnaars (te snel) te verkopen.
Dan realiseert men immers de papieren winst en daarmee een toename in nut op korte termijn, terwijl het risico dat met het aanhouden van de winnaar gepaard gaat vermeden wordt.
Stel daarentegen dat een beleggingsinstrument op een papieren verlies staat. Bij gerealiseerde verliezen is men vaak op zoek naar risico (men wil maar al te graag het verlies goed maken) en wordt de realisatie van verliezen het liefst zo lang mogelijk uitgesteld.
Daarom houdt men verliezers het liefst wat langer aan. Wel stelt men de realisatie van het verlies uit en behoudt men ook de kans om van de verliezer een winnaar te maken, om zo alsnog een nutstoename te realiseren.
Recentelijk hebben onderzoekers van onder andere Yale en Calltech deze verklaring bevestigd met behulp van hersenactiviteitanalyses. Uit het onderzoek is gebleken dat op het moment dat er een beleggingsinstrument met winst (verlies) wordt gerealiseerd, er een sterke toename (afname) in activiteit van bepaalde hersengebieden ontstaat en ervaren we sterkere veranderingen in ons nut.
Effect vermijden?
Zo zouden beleggers stappen kunnen nemen om het dispositie-effect te verminderen door verwachte rendementen op te schrijven voor elk beleggingsinstrument en juist de historische aankoopprijs te negeren.
Vervolgens kunnen deze getoetst worden aan de verwachtingen van anderen (experts!) en op basis hiervan kan een beslissing genomen worden. Hierdoor richt men zich op verwachte aspecten van de beslissing. Het dispositie-effect zou tot een soort van momentumpatronen in financiële markten kunnen leiden.
Laten we, voor het gemak, veronderstellen dat er twee type beleggers zijn; rationele beleggers en beleggers die ten prooi vallen aan het dispositie-effect.
Blijft een valkuil

Stel dat een belegging op winst staat ten opzichte van de historische koopprijs door een toename in zijn fundamentele waarde. De dispositiebeleggers zullen de neiging hebben de belegging te verkopen en zullen daarmee een bijhorende prijsdaling veroorzaken. Hierdoor zal de belegging dus onder zijn fundamentele waarde verhandelen en naar verwachting een hoger rendement realiseren.
Stel nu dat een beleggingsobject door een onverwachte gebeurtenis een daling in zijn fundamentele waarde realiseert. De rationele beleggers zullen het beleggingsobject verkopen om zo de prijs naar beneden te drijven richting de lagere fundamentele waarde.
De dispositiebeleggers zullen het beleggingsobject aanhouden, waardoor de kans aanwezig is dat er op korte termijn te weinig verkoopdruk plaatsvindt en de prijs boven de fundamentele waarde blijft handelen. Op langere termijn is hierdoor het verwachte rendement lager. Kortom, verliezers uit het verleden blijven het naar verwachting relatief slecht doen.
Wij denken dat het dispositie-effect één van de grootste beleggersvalkuilen zal blijven. Gedrag afleren blijkt namelijk zeer moeilijk.
Wilt u nog een stap verder gaan, dan kunt u zich via deze link inschrijven op onze Masterclass Psychologie van de belegger op 12 oktober.
Bron: Motley Fool
Rendement maken door verlies te nemen http://t.co/ekWw48MYN7