Afgelopen weken was het behoorlijk hommeles op de internationale beurzen. De koersval op de diverse Chinese beurzen liet de rest van de wereld niet onberoerd. Overal doken enkele dagen op rij de koersen omlaag. In hun kielzog dook ook de prijs van een vat olie omlaag tot zelfs onder een niveau van $ 40. Daarna is enig prijsherstel opgetreden, maar de prijs van een vat Brent ligt nog steeds rond een niveau $ 50.
De volatiliteit, maar zeker het te lage prijsniveau werpt vraagtekens op. Zeker, de grote oliemaatschappijen hebben het mes stevig in de kosten gezet. Investeringen met een waarde van $ 200 miljard zijn op de lange baan geschoven en duizenden banen zijn weer geschrapt. Maar toch knaagt de twijfel. Is dat allemaal voldoende om het dividend te garanderen? Toen de koersen kelderden, begon de yield te stijgen! Blijkbaar is de twijfel bij beleggers nu zo groot, dat ze van de grote oliemaatschappijen, zoals Shell, BP en Total een hoog dividendrendement eisen of anders de aandelen van de hand doen. De uitkomst is, dat ten tijde van de grote turbulentie het dividendrendement van de vijf grote Europese oliemaatschappijen tot boven 7% steeg. Dat is bijna het dubbele van de brede markt.